SOZW – Stimuleringsfonds Zorg en Welzijn Zeist

Missie

Het Stimuleringsfonds Zorg en Welzijn Zeist wil een bijdrage leveren aan een actieve betrokkenheid van inwoners van Zeist bij zorg en welzijn in de buurt en het – ook bij toenemende beperkingen – blijven deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.

Het Stimuleringsfonds verleent daartoe aanvullende financiële ondersteuning aan initiatieven binnen de gemeente Zeist die zich bezighouden met de ondersteuning van bijvoorbeeld:

  • Ouderen die dreigen te vereenzamen
  • Participatie in de buurt
  • Kansarme jongeren
  • Nieuwkomers in Zeist
  • Mensen met beperkingen
  • 
Mantelzorg en vrijwilligerswerk

Criteria


  • Project of investering komt ten goede aan inwoners van gemeente Zeist
  • Het project of de investering is gericht op vernieuwende ontwikkelingen in zorg of welzijn mogelijk te maken
  • 
Er is sprake van een uitgesproken commitment en een eigen materiële bijdrage van de projectaanvrager
  • 
Uitgesloten zijn activiteiten of voorzieningen waarvoor structurele financiering bestaat.

Bestuur

Het bestuur van de Stichting Ondersteuning Zorg en Welzijn Zeist wordt gevormd door:

  • dhr. N.A.G. Bernts (voorzitter)
  • mw. H.J. Vegter-Valk (secretaris)
  • dhr. D. Duit (penningmeester)
  • mw. L.G. van der Meij
  • dhr. H.B. Spitsbaard
  • mw. M.C.M. Verbeek

Bestuursleden kunnen aanspraak maken op een vaste onkostenvergoeding van € 200 per jaar voor hun werkzaamheden.


Donatie

De projecten die SOZW subsidieert worden gefinancierd uit het vermogen van de stichting.

Indien u de doelstellingen van de Stichting een goed hart toedraagt, kunt u door donaties de mogelijkheden van de stichting uitbreiden.

Voor vragen kunt u contact opnemen met ons secretariaat, mevrouw Janneke Vegter-Valk

T 06 111 59 960

info@sozw-zeist.nl


Verantwoording

SOZW Jaarrekening 2023

SOZW Jaarrekening 2022

SOZW Jaarrekening 2021

SOZW Jaarrekening 2020

SOZW Jaarrekening 2019


Historie

De Stichting Ondersteuning Zorg en Welzijn komt voort uit twee voormalige ‘kruisverenigingen’ in Zeist. Wat waren dit voor verenigingen? Een korte historie.

Vanaf het begin van de 20e eeuw werden in heel Nederland  plaatselijke verenigingen opgericht die zich richtten op voorkomen van ziekte en op het verplegen en verzorgen van zieke mensen thuis. Het was een reactie op de vaak armoedige en gezondheidsbedreigende omstandigheden waarin mensen moesten leven.

Het begrip ‘Maatschappelijke Gezondheidszorg’ deed zijn intrede. Dit ter onderscheiding van de geneeskundige zorg. Het waren vooral verpleegkundigen (“wijkzusters”) en later ook ziekenverzorgenden die werkten bij de plaatselijke kruisverenigingen. Hun draagvlak onder de plaatselijke bevolking was groot. Begin jaren ’70 van de vorige eeuw was ongeveer 80% van de bevolking lid van een plaatselijke kruisvereniging.

In de verzuilde samenleving die Nederland zo lang heeft gekenmerkt, waren er in sommige  gemeenten drie verschillende kruisverenigingen werkzaam. Het Groene Kruis (algemeen), Het Oranje Groene Kruis (protestants-christelijk) en het Wit-Gele Kruis (rooms-katholiek). Alle plaatselijke verenigingen hadden een eigen bestuur, kenden een eigen ledenvergadering en waren aangesloten bij de eigen landelijke koepel.

In de loop van de tijd gingen de kruisverenigingen steeds meer taken uitvoeren. Naast wijkverpleging en de consultatiebureaus voor zuigelingen en kleuters werden er ook krukken en rolstoelen uitgeleend. Ook werkten er diëtistes en werd er GVO (Gezondheidsvoorlichting en Opvoeding) gegeven.

Per 1 januari 1980 kwam er een einde aan de kruisverenigingen-oude stijl. Vanaf deze datum werd deze maatschappelijke zorg betaald vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het lidmaatschap van een kruisvereniging was niet langer noodzakelijk, al kon men wel lid blijven. Alleen leden konden gebruik maken van het zgn aanvullend pakket. Dit bestond vooral uit cursussen.

De overgang naar de AWBZ leidde in de maatschappelijke gezondheidszorg een enorm proces van schaalvergroting in. Er ontstonden Regionale Kruiswerk Organisaties. Deze namen de taken en het personeel van de lokale kruisverenigingen over. Later zijn ook deze organisaties weer verder gefuseerd tot (boven)regionale, soms zelfs landelijk werkende  thuiszorgorganisaties.

De lokale kruisverenigingen hoefden in 1980 niet al hun middelen over te dragen aan de AWBZ. Een deel ervan (15%) mochten de kruisverenigingen zelf behouden. Deze middelen waren tot stand gekomen door contributies van de leden, maar ook door legaten.

In Zeist waren, vooruitlopend op de overheveling van financiering naar de AWBZ, het Groene Kruis en het Oranje Groen Kruis al in 1977 gefuseerd tot Vereniging Kruiswerk Zeist.

Het ‘niet-AWBZ gebonden deel’ van het vermogen van deze Vereniging vormt de bron waaruit de SOZW is ontstaan.

De historische achtergrond verklaart ook waarom de SOZW- Stimuleringsfonds voor Zorg en Welzijn  in Zeist – statutair alleen werkzaam is voor de bevolking van de gemeente Zeist.